Metamotieven
De CLS360 heeft twee metamotieven:
1. Het Zelfmotief of de resultaatgerichte dimensie, op de verticale of y-as; en
2. Verbondenheid of de mensgerichte dimensie, op de horizontale of x-as.
Deze twee assen verdelen het Cirumplex in vier kwadranten. Deze worden verder opgesplitst in acht octanten - acht evenredig verdeelde schalen in een cirkelvormige structuur op het Circumplex. Deze staan voor de acht verschillende leiderschapsstijlen.
Startend rechts bovenaan en verder kloksgewijs:
- het Charismatisch kwadrant houdt zowel de Inspirerende en de Coachende leiderschapsstijlen in; en wordt gekenmerkt door gedrag dat hoog scoort op resultaat- (Inspirerend) én mensgerichtheid (Coachend). Leidinggevenden die deze stijlen hanteren worden vaak als assertief omschreven;
- het Democratisch kwadrant staat voor de Participatieve en de Toegeeflijke stijlen; en wordt gekenmerkt door gedrag dat hoog scoort op mensgerichtheid (Participatief) en relatief laag op resultaatgerichtheid (Toegeeflijk). Leidinggevenden die deze stijlen hanteren worden vaak beschreven als flexibel of adaptief;
- het Vermijdend kwadrant behelst de Teruggetrokken en Wantrouwende stijlen; en wordt gekenmerkt door gedrag dat laag scoort op zowel resultaat- als mensgerichtheid. Een leidinggevende die deze stijl hanteert, wordt vaak beschreven als passief;
- het Autocratisch kwadrant bevat de Autoritaire en Directieve leiderschapsstijlen; en wordt gekenmerkt door gedrag dat laag scoort op mensgerichtheid maar wel zeer hoog op resultaatgerichtheid. Leidinggevenden die deze stijlen hanteren worden vaak beschreven als agressief.
Elke stijl wordt gekenmerkt door een verschillende mate van resultaat- en mensgerichtheid en dus kunnen alle vormen van leiderschapsgedrag geïnterpreteerd worden als een combinatie van deze twee metamotieven. Het Circumplex is een continuüm van het complete gedragsrepertoire van een leider.